Fongers heeft altijd veel aandacht aan de remmen op zijn fietsen geschonken. Waar men de Engelse klassefiets als referentie had, wekt het geen verbazing dat men in grote lijnen de ontwikkeling van de Engelse remsystemen volgde. We geven een kort overzicht.
Voor 1902 bestond het freewheel nog niet en werd een fiets tot stilstand gebracht door ’tegengas’ te geven op de pedalen en de bandrem op het voorwiel aan te trekken.
Rond 1900 wordt de velgrem in Engeland geïntroduceerd, waarmee meer remkracht kan worden uitgeoefend dan met een bandrem. Rond 1903 begint Fongers dit systeem te monteren, eerst alleen op het voorwiel, kort daarna ook achter.
In 1904 komt het geavanceerde Bowden remsysteem op de markt; een mechanisme dat via handles aan het stuur en kabeloverbrenging scharnieren met de remblokken bedient. In Nederland is dit kostbare systeem weinig toegepast.
In 1908 introduceert Fongers zijn zelfgemaakte systeem van stangbediende velgremmen, waarbij de stangen naar achter in drie nokken aan het frame scharnieren (vanaf 1909; in 1908 gaat het nog om stroppen aan het frame). De achterrem zit hier onder het zadel, hetgeen minder kwetsbaar is dan de goedkopere montage op de liggende achtervork. De remhoeven hebben een U-profiel.
Dit fraaie systeem wordt gemonteerd tot 1927 en dan vervangen door een verbeterd systeem waarbij de hoefijzervormige rembogen draaien in vaste nokken aan de voorvork en staande achtervork. Door deze ophanging hebben de remblokken in aangetrokken stand minder speling dan bij het oude systeem (waar de remhoeven in kokertjes op en neer bewogen). De stangen zijn nu met open ogen (voorzien van een kleine bladveer ter borging) aan de scharnieren opgehangen. Dit fraaie systeem is maar weinig toegepast in Nederland omdat de vraag naar dure rijwielen (waarop dit systeem werd gemonteerd) sterk afnam eind jaren ’20. In Indonesië komt dit remsysteem veel vaker voor; de vraag naar dure rijwielen bleef daar constant (ook nu nog worden daar meer dure modellen van Fongers aangetroffen dan hier).
In 1935 wordt dit eigen systeem voor het laatste gemonteerd. Op de goedkope modellen monteert men vanaf dan eenvoudige velgremmen (achter op de liggende achtervork) en krijgen de trommelremmen van Sturmey Archer (in 1929 geïntroduceerd) de overhand. Deze remmen zijn bedrijfszeker en vragen nauwelijks onderhoud. Fongers wordt in 1932 importeur van SA en heeft dus een dubbel belang om deze wat duurdere remmen te monteren. Vaak gebeurt dat in combinatie met de drieversnellingsnaaf van hetzelfde merk.
Voor WO2 monteert Fongers opmerkelijk weinig remnaven (’terugtraprem’); men ontraadt met zoveel woorden dit – in Nederland zeer algemene – remsysteem, omdat men de werking niet veilig acht. Voor zover remnaven worden gemonteerd gaat het meestal om exemplaren van het Duitse merk Torpedo.
In de jaren 50 rukt de remnaaf niettemin op op de goedkopere modellen. Begin jaren 60 monteert Fongers ook goedkopere varianten van deze naaf (bijv. Favorit). Velg- en trommelremmen blijven wat Fongers betreft de te verkiezen remsystemen.