Fongers startte met de constructie van hoge bi’s omstreeks 1884. Het betrof hier assemblagewerk in zeer kleine aantallen.
De fotopresentaties uit 1892 (de oudste die bekend zijn) laten modellen zien gebaseerd op het concept van de Engelse Rover fiets (daterend uit 1885). In de jaren ’90 verschijnen elk jaar nieuwe modellen, illustratief voor de snelle ontwikkeling van de fiets in deze periode. Zo worden in 1892 voor het eerst balhoofdstellen met kogels gemonteerd.
Omstreeks 1898 krijgt bij Fongers het klassieke toermodel zijn definitieve vorm. De framegeometrie is uitgekristalliseerd, in navolging van de grote Britse fabrikanten. De toegepaste onderdelen verschillen nog wel in veel opzichten van de latere standaarden (vorm van het stuur, half opengewerkte kettingschermen, opengewerkte vorkkronen, korte voorspatborden, bijzondere zadelmodellen), maar als geheel gaat het om herkenbare toerfietsen.
Fongers heeft van meet af aan een breed modellenaanbod gekend. Zo komt men in 1895 met de eerste tandem en is het vanaf hetzelfde jaar al mogelijk fietsen in kleur te bestellen (tegen een meerprijs van 5 gulden). Vanaf medio jaren ’90 worden ook racefietsen in het aanbod opgenomen en vanaf 1899 zijn kinderfietsen leverbaar. In datzelfde jaar komt Fongers met een cardanasfiets, waarbij de folder vermeldt dat men eigenlijk geen voorstander is van dit model, maar dit niettemin aanbiedt om aan de wensen van een (waarschijnlijk kleine) groep klanten tegemoet te komen. Kort na 1900 is dit model al niet meer leverbaar.
Kenmerkend voor Fongers is de grote keus in klassen, modellen en uitrustingsniveaus. Zo toont de folder van 1899 ruim 30 modellen (op een jaarproductie van hooguit 2.000 fietsen). Een gangbare framemaat voor de damesfietsen was in die jaren nog 50 cm (naast 55 en 60 cm), maar in principe was elke maat leverbaar. Elke fiets werd besteld bij een filiaal of agentschap, vervolgens in Groningen gemaakt en daarna afgeleverd. Kortom maatwerk, passend bij de aanschaf van een exclusief artikel.