De Groninger Rijwielenfabriek

Wielen

Fongers monteerde wielen van goede kwaliteit. De stalen velgen werden van 1900 tot ca. 1955 voornamelijk betrokken van de Duitse fabrikant Kronprinz; deze naam is ingeslagen rond het ventielgat (op de wielen van voor 1905 was een merkplaatje bevestigd). Men monteerde ook wel andere velgen, bijvoorbeeld de Roman aluminium velgen in de periode 1900-1910, tegen meerprijs. Begin jaren 50 waren de aluminium velgen van Lepper een tijd in de mode. In de jaren 60 treffen we niet zelden Franse Rigida velgen op de sportmodellen.

velg Kronprinz 28 x 1,62
Kronprinz velg 28 x 1 5/8 ca. 1900

Standaard hadden de velgen 36 gaten voor en achter. Op de duurdere modellen zaten voor 1940 meestal 40-gaats achtervelgen. Op de vroege modellen (voor 1905) had het voorwiel vaak maar 32 gaten. De velgen op de modellen van voor 1930 waren vernikkeld met in het midden (tussen de spaakgaten) een zwart gelakte strook, geflankeerd door twee groene biezen.

Kronprinz velgen
Kronprinz velgen in nikkel ca. 1925
velgdetail 1940
Kronprinz velg 1940

Na 1930 wordt het nikkel langzaam maar zeker vervangen door chroom. Voor fietsen met velgremmen (algemeen voor 1935, daarna in populariteit overtroffen door trommelremmen) was chroom slijtvaster dan nikkel. Van 1900 tot 1955 worden vrijwel uitsluitend 28 x 1,5 inch wielen gemonteerd; op de sportmodelleen SH en SD (leverbaar vanaf 1937) zitten 28 x 1 1/4 inch wielen. Op de ‘sportfietsen’ vanaf medio jaren 50 worden als regel 26 x 1 3/8 wielen gemonteerd en tegen meerprijs 28 x 1 3/8 x 1 5/8 velgen.

Op de dure modellen voor 1940 werden double butted spaken gemonteerd; deze spaken zijn dun in het midden en hebben verdikkingen aan de uiteinden (ca. 2 cm aan de naafzijde en ca. 4 cm aan de velgzijde). Voor 1930 werden de spaken op deze modellen zwart gemoffeld en waren de uiteinden aan de flenszijde vernikkeld.

butted spaken 1929
Butted spaken op model CCG 1929
KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERA
Wiel model BB 1925 met deels vernikkelde en deels gelakte spaken

Fongers monteerde vanaf 1910 meestal Zwitserse Edco naven op fietsen met velgremmen. Vanaf 1930 worden Sturmey Archer trommelremmen gemonteerd tegen meerprijs. Op fietsen uit de jaren 50 en 60 zien we regelmatig voornaven met de inslag PFG, VRF (Vereniging van Rijwielfabrikanten) of Fongers. Zeer waarschijnlijk betreft het naven die bij het Duitse Union werden betrokken en waarop een eigen inslag werd gedrukt.

Edco naaf 1929
Edco voornaaf 1929

Fongers had eigen kettingspanners om het achterwiel te stellen. Op de schuin naar boven staande achterpatten zat op de duurdere modellen tot 1926 een inkeping waarin de bout van de kettingspanner kon draaien.

achterpat
Achterpat met spanner op model BD3 1901
PICT0842.JPG
Achterpat met spanner op model HZ 1924

Op de modellen BD en BB van 1927 tot 1935 werd een nieuw kettingspansysteem toegepast. Hier zit de achteras gefixeerd in het oog van de (beweegbare) staande achtervork en wordt met de asmoer vastgezet; ter borging zit een stelboutje in het frame.

KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERA
kettingstelmechanisme modellen BB/BD 1927-1935

Fongers heeft van 1900 tot 1961 binnen- en buitenbanden onder eigen naam geleverd. Men liet deze banden vooral bij Vredestein vervaardigen; de buitenbanden hadden een eigen profiel/loopvlak en werden in twee kwaliteitsniveaus geleverd: ‘Prima’ en ‘Extra’ (de laatste met een afwijkend profiel). In de jaren 60 worden er banden met PFG opdruk geleverd. Fongers banden van voor 1960 zijn onder invloed van de tijd inmiddels zeer schaars.

binnenband 1957
band profiel
band wang
Fongers banden jaren 50